E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
Chronic Inflammatory Demyelinating Polyneuropathy |
Chronische Inflammatoire Demyeliniserende Polyneuropathie |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
Chronic inflammatory dyemyelinating polyneuropathy (NB no common lay-term in use). |
Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (geen lekenterm, n.b. er is geen gangbare lekenterm in omloop) |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Diseases [C] - Nervous System Diseases [C10] |
MedDRA Classification |
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | Yes |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
The main objective of the study is to determine the PK and PD of IVIg during maintenance treatment in
patients with CIDP. These data will be used to conduct a NONMEM analysis in relation to the dosage,
frequency and batch of IVIg used. |
Deze studie beoogd met behulp van uitgebreide farmacokinetische en –dynamische data een model te ontwikkelen
(via NONMEM) welke ons meer inzicht geeft in het farmacologische profiel van IVIg bij CIDP patiënten en tevens zorgdraagt voor een “evidence based” mogelijkheid om tot een optimaal individueel doseringsschema te
komen. |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
To investigate which factors influence the pharmacological profile of IVIg, including demographic, clinical and genetic factors. |
Factoren in kaart brengen welke het farmacologisch profiel van IVIg beïnvloeden, er wordt o.a. gekeken naar demografische, klinische en genetische factoren. |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
1. Diagnosis of CIDP made by a consultant neurologist, fulfilling the European Federation of Neurological Societies/Peripheral Nerve Society (EFNS/PNS) clinical diagnostic criteria.
2. EMG findings compatible with the diagnosis CIDP showing peripheral nerve demyelination at least once during their illness. These findings should preferentially fulfill the electrodiagnostic criteria proposed by the European Inflammatory
Neuropathy Cause and Treatment (INCAT) or EFNS/PNS.
3. Age ≥18 years.
4. Patients require to be on maintenance treatment with IVIg.
5. Signed informed consent by the patient. |
1. Diagnose van CIDP door een Neuroloog volgens de klinisch diagnostische criteria
opgesteld door de European Federation of Neurological Societies/Peripheral Nerve
Society (EFNS/PNS).
2. EMG bevindingen welke overeenkomen met de diagnose CIDP en ten minste één
maal gedurende de ziekte demyelinisatie van de perifere zenuwen toont. Deze
bevindingen moeten voldoen aan de daarvoor opgestelde criteria door de INCAT
en/of EFNS/PNS.
3. Leeftijd van 18 jaar of ouder.
4. Patiënten dienen IVIg als onderhoudstherapie te hebben.
5. Getekend informed consent door de patient |
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
1. Known IgA deficiency or known allergic reaction to IVIg.
2. Known hereditary neuropathy or severe concomitant diseases such as HIV infection, Lyme disease, chronic active hepatitis, congestive heart failure, systemic lupus erythematosus, drug or toxin induced neuropathy, vasculitis, and
malignancies.
3. Multifocal motor neuropathy (MMN), fulfilling the European Federation of Neurological Societies /Peripheral Nerve Society criteria.
4. IgM paraprotein with anti-myelin-associated glycoprotein (MAG) antibodies.
5. Atypical CIDP with pure sensory or persistent unifocal impairment or significant central nervous system involvement.
6. Severe known abnormalities in liver, kidney function or serum glucose level.
7. Concomitant treatment with prednisone. |
1. Bekende IgA deficiëntie of allergische reactie in de voorgeschiedenis tegen IVIg.
2. Bekende erfelijke neuropathie of ernstige bijkomende ziekten zoals: HIV, ziekte van Lyme, actieve chronische hepatitis, congestief hartfalen, systemische lupus erythematodes, neuropathie geïnduceerd door medicatie of toxines, vasculitis, en maligniteiten.
3. De diagnose van multifocale motore neuropathie (MMN) volgende de daarvoor opgestelde criteria door de EFNS/PNS.
4. IgM paraproteïnen met de aanwezigheid van anti-MAG antilichamen.
5. Atypische CIDP met enkel betrokkenheid van het sensorisch systeem of persisterende unifocale betrokkenheid of betrokkenheid van het centrale zenuwstelsel.
6. Bekende ernstige lever- en/of nieraandoeningen, of een ernstig verstoord serum glucose spiegel.
7. Gelijktijdige behandeling met prednison. |
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
Serum IgG levels determined over the duration of two subsequent IVIg courses at standardized time points,
before and after infusion. |
IgG (immunoglobuline G) spiegels gedurende twee opeenvolgende kuren met IVIg, voor en na behandeling, tijdens een aantal tijdspunten. |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
Blood samples will be drawn at multiple time points during two subsequent IVIg courses, including (1) 5 minutes before start of IVIg, treatment, (2) 15 minutes after finishing IVIg treatment, (3) 2 hours after IVIg, (4) 24 hours after, (5) 2 days, (6) 7 days, (7) 14 days and in case of a treatment interval of more than 3 weeks; (8) 21 days after IVIg. Proposed time points are not entirely fixed and the definitive schedule will be in consultation with the patient, to accommodate the sampling times as much as possible to the wishes of the patient. Furthermore, some patients have a treatment interval of 2 weeks or less. Time points will then be adjusted accordingly. |
De bloedmonsters worden afgenomen op meerdere tijdspunten gedurende twee opeenvolgende IVIg kuren. Deze tijdspunten gedurende één kuur zijn: (1) 5 minuten voor toediening van IVIg via het infuus, (2) 15 minuten na de IVIg kuur via het infuus, (3) 2 uur na de IVIg via het infuus, (4) 24 uur na, (5) 2 dagen na, (6) 7 dagen na en (7) 14 dagen na het IVIg infuus. Indien de 2e opeenvolgende kuur volgt na meer dan 3 weken (minderheid van de patiënten) wordt er nog een additioneel monster afgenomen na 21 dagen (8). Indien de 2e opeenvolgende kuur volgt binnen 2 weken worden de tijdspunten daarop aangepast. Deze voorgestelde tijdspunten zijn in bepaalde mate flexibel om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de patiënt. |
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
Immunological parameters: Serum levels of IgG subclasses, IgG glycoforms, IgG allotypes and genetic polymorphisms involved in IgG metabolism (including polymorphisms in the IgG Fc-receptors). Albumin, cytokines (e.g. type I interferon),
peripheral blood leukocytes and liver function parameters.
Clinical parameters: Clinical factors for disease severity and endpoints, including hand grip strength
(Vigorimeter) and questionnaires (R-ODS en R-FSS). |
Lab bepalingen: Serum spiegels van de IgG subklassen en glycosylering. Bepalen van de IgG allotype en genetische polymorfismen betrokken bij IgG metabolisme (IgG Fc-receptoren). Serum spiegel van albumine, cytokinen (bijv. type 1 interferon), perifere bloed leukocyten (bijv. plasmablasten) en lever functie parameters.
Klinische parameters: Klinische maten voor ernst van de ziekte o.a. de handknijpkracht en vragenlijsten (R-ODS en R-FSS). |
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
All immunological parameters will be assessed via the samples collected under the primary end point.
Clinical parameters will be assessed shortly before (hand grip strength) and during the two subsequent IVIg infusions (questionnaires) as well as at 7 and 14 days post IVIg (hand grip strength). |
Alle laboratorium bepalingen worden gedaan aan de hand van het materiaal verkregen voor het primaire eind punt van deze studie.
De klinische parameters worden afgenomen kort voor (handknijpkracht) en tijdens de twee opeenvolgende IVIg behandelingen (vragenlijsten), tevens wordt er op dag 7 en 14 na de IVIg behandeling de handknijpkracht beoordeelt. |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | No |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | No |
E.6.4 | Safety | No |
E.6.5 | Efficacy | No |
E.6.6 | Pharmacokinetic | Yes |
E.6.7 | Pharmacodynamic | Yes |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | No |
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | No |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | No |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | Yes |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | No |
E.8.1.1 | Randomised | No |
E.8.1.2 | Open | Yes |
E.8.1.3 | Single blind | No |
E.8.1.4 | Double blind | No |
E.8.1.5 | Parallel group | No |
E.8.1.6 | Cross over | No |
E.8.1.7 | Other | Yes |
E.8.1.7.1 | Other trial design description |
NB Observationele studie: het huidige behandelschema met IVIg van de patiënt wordt niet aangepast. |
NB Observational study: no alterations will be made to patients’ current IVIg treatment regimen. |
|
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | No |
E.8.2.2 | Placebo | No |
E.8.2.3 | Other | No |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| Yes |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | No |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | No |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | No |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | No |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
The end of the study is defined as the last patient’s last blood sample collection. |
Het einde van de studie is gedefinieerd als de laatste bloedafname bij de laatste patiënt. |
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | |