E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
ST-segment elevated myocardial infarction, decompensatio cordis |
ST-segmentelevatie myocardinfarct, decompensatio cordis |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
heart attack, heart failure |
hartaanval, hartfalen |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Diseases [C] - Cardiovascular Diseases [C14] |
MedDRA Classification |
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | No |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
The primary objective of the GIPS-IV is to evaluate the efficacy of sodium thiosulfate treatment compared to placebo on top of optimal reperfusion therapy for STEMI on myocardial infarct size 4 months after randomization as measured with late gadolinium enhancement cardiac magnetic resonance imaging (CMR-imaging). |
Het evalueren van de effectiviteit van natriumthiosulfaat in vergelijking met placebobehandeling, als aanvulling op optimale reperfusie therapie,
bij patienten met een acuut myocardinfarct op infarctgrootte gemeten met MRI-onderzoek 4 maanden na randomisatie. |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
Secondary CMR-imaging efficacy measures include left ventricular ejection fraction (LVEF) and myocardial perfusion reserve (MPR) at 4 month follow up. Furthermore, N-terminal fragment brain natriuretic peptide (NT-proBNP) will be assessed 4 months after randomisation. Other secondary efficacy endpoint measures will be obtained from non-mandatory CMR-imaging during hospitalization to study myocardial haemorrhage, microvascular obstruction (MVO) and myocardial salvage index (MSI). Clinical safety endpoints include all-cause mortality and combined incidence of cardiovascular events: cardiovascular death, re-infarction, re-intervention and stroke. As additional safety endpoints we will evaluate the incidence of internal cardiac defibrillator (ICD) implantation and hospitalization for heart failure or chest pain. Finally, enzymatic infarct size as assessed by peak creatine kinase, muscle-brain isoenzymes (CK)-MB) during hospitalization will be used as very early safety parameter. |
Secundaire CMR-beeldvorming effectiviteit-uitkomstmaten zijn linkerventrikel ejectiefractie (LVEF) en myocardiaal perfusie reserve (MPR), beide na 4 maanden. Op 4 maanden wordt tevens N-terminal fragment brein natriurisch peptide (NT-proBNP) gemeten. Andere secundaire effectiviteit-uitkomstmaten worden verkregen uit niet-verplichte CMR-beeldvorming tijdens hospitalisatie om myocardiale bloeding, microvasculaire obstructie en de myocardiale reddingsindex te beoordelen. Klinische veiligheidseindpunten omvatten mortaliteit van elke oorzaak en de gecombineerde incidentie van cardiovasculaire events: cardiovasculaire dood, re-infarct, re-interventie en beroerte. Als additionele veligheidsuitkomstmaten evalueren we de incidentie van interne cardiale defibrillator-implantatie en hospitalisatie voor hartfalen of pijn op de borst. Tot slot wordt het CK-MB tijdens hospitalisatie gebruikt als zeer vroege veiligheidsparameter. |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
1. Age ≥ 18 years;
2. The diagnosis STEMI defined by (1) chest pain suggestive for myocardial ischemia for at least 30 minutes, the time from onset of the symptoms less than 12 hours before hospital admission, and (2) an electrocardiogram recording with ST- segment elevation of more than 0.1 mV in 2 or more contiguous leads or new left bundle branch block;
3. Symptoms and/or ST-segment deviation should be present (persisting) at time of arrival in the catheterization laboratory;
4. Primary percutaneous intervention is being considered as treatment;
5. Patient is willing to cooperate with follow-up during 2 years. |
1. Leeftijd ≥ 18 jaar;
2. De diagnose STEMI gedefinieerd als (1) pijn op de borst typisch voor myocardischemie voor ten minste 30 minuten, aanvang van klachten is minder dan 12 uur voor ziekenhuisopname, en (2) een elektrocardiogram met ST-segmentelevatie van meer dan 0.1mV in 2 of meer aanliggende afleidingen of nieuw linker bundeltakblok;
3. Symptomen en/of ST-segmentafwijkingen zijn (nog steeds) aanwezig bij aanvang op de hartkatheterisatie;
4. Primaire percutane coronaire interventie wordt overwogen als behandelmethode;
5. Patient is bereid om mee te doen aan de follow-up gedurende twee jaar. |
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
1. Prior myocardial infarction, unless maximum troponin T< 50 ng/L (STEMI/non-STEMI/acute coronary syndrome);
2. Known permanent atrial fibrillation;
3. Prior CABG;
4. Prior PCI, complicated by periprocedural infarction, unless maximum troponin T < 50ng/L;
5. Known cardiomyopathy;
6. Previous hospitalization for heart failure
7. Active malignancy (requiring chemotherapy, radiation or surgery at the time of randomization), except for adequately treated non-melanoma skin cancer or other noninvasive or in situ neoplasm (e.g., cervical cancer in situ);
8. History of chemotherapy;
9. History of radiotherapy in chest region;
10. Relieve of symptoms and complete ST-segment resolution prior to arrival at the catheterization laboratory;
11. Presentation with cardiogenic shock (systolic blood pressure < 90 mmHg);
12. Severe hypertension (systolic blood pressure > 220 mmHg);
13. Sedated and/or intubated patients;
14. The existence of a condition with a life expectancy of less than 1 year;
15. Contraindication for 3 Tesla (T) CMR-imaging (e.g. body weight >;150kg; known claustrophobia; 3T MRI incompatible ferromagnetic objects in the body, end-stage renal disease);
16. Pregnancy or breastfeeding women; women of childbearing potential with clinical suspicion of possible pregnancy;
17. A condition which, according to the clinical judgment of the investigator and/or treating physician, does not allow the patient to successfully participate in the study. |
1. Eerder myocardinfarct, tenzij maximaal troponine T< 50ng/L (STEMI/non-STEMI/acuut coronair syndroom);
2. Bekend permanent boezemfibrilleren;
3. CABG in de voorgeschiedenis;
4. Eerdere PCI, gecompliceerd door periprocedureel infarct, tenzij maximaal troponine T < 50ng/L;
5. Bekende cardiomyopathie;
6. Opname vanwege hartfalen in de voorgeschiedenis;
7. Actieve maligniteit (die chemotherapie, radiotherapie of operatie behoeft ten tijde van randomisatie), met uitzondering van adequaat behandelde non-melanoma huidkanker of adequaat behandeld carcinoom in situ;
8. Behandeling met chemotherapie in de voorgeschiedenis;
9. Voorgeschiedenis van bestraling in de thorax regio;
10. Verdwijnen van symptomen en compleet herstel van ST-segmentafwijkingen voor aankomst op de hartkatheterisatiekamer;
11. Presentatie met cardiogene shock (systolische bloeddruk < 90mmHg);
12. Ernstige hypertensie (systolische bloeddruk > 220mmHg);
13. Gesedeerde en/of geintubeerde patienten;
14. Het bestaan van een aandoening met een levensverwachting van minder dan 1 jaar;
15. Contra-indicaties voor 3 Tesla CMR-beeldvorming (o.a. lichaamsgewicht>150kg, claustrofobie; 3T MRI incompatibele ferromagnetische objecten in het lichaam, eindstadium nierfalen);
16. Zwangere of borstvoeding gevende vrouwen; vrouwen in de vruchtbare levensfase met een klinische verdenking op een mogelijke zwangerschap;
17. Een aandoening die, volgens de klinische blik van de onderzoeker en/of behandelend arts, er voor zorgt dat patient niet succesvol mee kan werken aan de studie. |
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
The primary efficacy parameter is myocardial infarct size as measured with LGE CMR-imaging at 4 months after randomization. |
Het primaire eindpunt is infarctgrootte gemeten met cardiale magnetische resonantie beeldvorming (CMR-beeldvorming) 4 maanden na randomisatie. |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
4 months after randomization |
4 maanden na randomizatie |
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
Efficacy:
- LVEF as assessed by CMR-imaging at 4 months follow-up;
- Myocardial perfusion reserve, assessed with rest and stress CMR imaging at 4 months follow-up;
- NT pro-BNP at 4 months follow-up;
- Other CMR-imaging parameters obtained from non-mandatory CMR-imaging during hospitalization and CMR-imaging at 4 months, including myocardial haemorrhage, MVO, MSI, LVEF, LV end-diastolic volume (LVEDV), LV end-systolic volume (LVESV) and LV mass;
Safety:
- Incidence of cardiovascular events within 4 months and after 2-year follow-up (all cause mortality, cardiovascular death, re-infarction, re-intervention both re-PCI and CABG [except for scheduled revascularization based on the index CAG to diagnose and treat coronary artery lesions identified during the procedures and heart team discussion, including concomitant treatment of valvular conditions, see 9.2.2 disease related adverse events], stroke, ICD implantation, hospitalization for heart failure or chest pain (defined as an overnight stay, with different dates for admission and discharge) and combined endpoints MACE defined as death, re-infarction, any revascularization not planned on index CAG) (see Table 1);
- A division between cardiac and non-cardiac death is made, with a subdivision in cardiac death, namely heart failure, sudden cardiac death and other. Cardiovascular death will be confirmed by a cardiologist by examining medical records obtained from attending physicians and hospitals or general practitioners if patient died at home. Sudden cardiac death is either defined as witnessed, un-witnessed, cardiac arrest without evidence of circulatory collapse, such as hypotension, exacerbation of congestive heart failure, or altered mental status, before the disappearance of the pulse or abrupt collapse occurring within one hour of the onset of the symptoms that resulted in death. Death due to heart failure will be defined as death due to clinically end-stage heart failure during hospital admission or by exacerbation of congestive heart failure reported by an attending general practitioner. For all these deaths, no probable non-cardiac cause should be suggested by the history or autopsy;
- Enzymatic infarct size as assessed by peak CK-MB during hospitalization.
|
Secundaire CMR-beeldvorming effectiviteit-uitkomstmaten zijn linkerventrikel ejectiefractie (LVEF) en myocardiaal perfusie reserve (MPR), beide na 4 maanden. Op 4 maanden wordt tevens N-terminal fragment brein natriurisch peptide (NT-proBNP) gemeten. Andere secundaire effectiviteit-uitkomstmaten worden verkregen uit niet-verplichte CMR-beeldvorming tijdens hospitalisatie om myocardiale bloeding, microvasculaire obstructie en de myocardiale reddingsindex te beoordelen.
Klinische veiligheidseindpunten omvatten mortaliteit van elke oorzaak en de gecombineerde incidentie van cardiovasculaire events: cardiovasculaire dood, re-infarct, re-interventie en beroerte. Als additionele veligheidsuitkomstmaten evalueren we de incidentie van interne cardiale defibrillator-implantatie en hospitalisatie voor hartfalen of pijn op de borst. Tot slot wordt het CK-MB tijdens hospitalisatie gebruikt als zeer vroege veiligheidsparameter. |
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
4 months after randomization and after 2 years follow-up |
4 maanden na randomizatie en na 2 jaar follow-up |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | No |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | Yes |
E.6.4 | Safety | Yes |
E.6.5 | Efficacy | Yes |
E.6.6 | Pharmacokinetic | No |
E.6.7 | Pharmacodynamic | No |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | No |
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | Yes |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | No |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | No |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | Yes |
E.8.1.1 | Randomised | Yes |
E.8.1.2 | Open | No |
E.8.1.3 | Single blind | No |
E.8.1.4 | Double blind | Yes |
E.8.1.5 | Parallel group | No |
E.8.1.6 | Cross over | No |
E.8.1.7 | Other | No |
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | No |
E.8.2.2 | Placebo | Yes |
E.8.2.3 | Other | No |
E.8.2.4 | Number of treatment arms in the trial | 2 |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| No |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | Yes |
E.8.4.1 | Number of sites anticipated in Member State concerned | 3 |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | No |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | No |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | Yes |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
the last visit of the last subject undergoing the trial |
laatste studievisite van de laatste proefpersoon die deelneemt aan de trial |
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | 2 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | |