E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
immunological response to an extra mumps immunization (in healthy volunteers) |
immunologische reactie op een extra bof vaccinatie (in gezonde vrijwilligers) |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
Mumps immunization |
Bof vaccinatie |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Body processes [G] - Immune system processes [G12] |
MedDRA Classification |
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | No |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
To assess the effect of third dose of MMR in young adults 18-25 years of age on the development of mumps-specific serum VN antibody titers (against vaccine- and currently circulating wild-type mumps virus strains (genotype G)) and mumps-specific serum antibody IgG titers (including antibody avidity), 10 days, 4 weeks , 1 year and 3 years following vaccination |
Bepalen van het effect van een derde BMR vaccinatie in jong volwassenen 18-25 jaar op de ontwikkeling van bof specifieke virus neutralisatie antistof titers (tegen vaccin en huidig circulerende wild type bof virus stammen (genotype G)) en bof specifieke serum antistof IgG titers (inclusief antistof aviditeit), 10 dagen, 4 weken, 1 jaar en 3 jaar na vaccinatie. |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
To assess the local and systemic tolerance of a third dose of MMR.
To assess the short- and long-term (4 weeks and 1 year) mumps-specific IgA and IgG (in saliva) following a third dose of MMR.
To explore the short- and long-term (4 weeks and 1 year) mumps-specific cell-mediated responses, i.e. presence and frequency of mumps-specific memory and effector T- and B-cells following a third dose of MMR.
To assess the short- and long-term (10 days, 4 weeks, 1 year and 3 years) IgG response against measles and rubella (components of the MMR vaccine) following a third dose of MMR.
|
Bepalen van lokale en systemische tolerantie van een derde dosis van BMR.
Bepalen van korte en lange termijn (4 weken en 1 jaar) bof specifieke IgA en IgG (in speeksel) na een derde dosis BMR.
Onderzoeken van de korte en lange termijn bof specifieke cel gemedieerde reactie, zoals, aanwezigheid en frequentie van bof-specifieke geheugen en effector T- en B-cellen, volgend op een derde BMR vaccinatie.
Bepalen van korte en lange termijn (10 dagen, 4 weken, 1 jaar en 3 jaar) IgG reactie tegen mazelen en rode hond (componenten van het BMR vaccine) na een derde BMR vaccinatie. |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
Healthy young adult 18-25 years of age.
Previously been immunized with two doses of the MMR vaccine according to the Dutch NIP (MMR-1 at ~14 months and MMR-2 at ~9 years).
|
Gezonde jong volwassene 18-25 jaar oud.
In het verleden gevaccineerd met 2 dosis BMR vaccin volgens het Nederlandse Rijksvaccinatie Programma (BMR op ~14 maanden en ~9 jaar). |
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
Medical conditions that will severely affect immunological responses to vaccinations, such as, but not limited to, cancer or an immune disorder.
Vaccination should be postponed during any illness with fever >38.5°C until the fever has disappeared.
Vaccination with any vaccine during the first two weeks before and four weeks after MMR-3.
An additional MMR vaccination during the study.
Coagulation disorder and/or anticoagulant medication.
Be or have been under immunosuppressive medical treatment, like cytostatics, high-dose corticosteroids, immune globulins, blood or plasma transfusions that might interfere with the results of the study (within the previous 3 months).
Have or previously had clinical symptoms of mumps virus infection.
Have or previously had cases of mumps disease within your Household.
Had experienced a previous severe adverse reaction to any vaccine.
Being pregnant; Furthermore, pregnancy should be avoided for 1 month following vaccination.
Breast-feeding women.
|
Medische aandoening die de immunologische reactie op vaccinatie ernstig beïnvloed, zoals, maar niet exclusief, kanker of een immuun ziekte.
Vaccinatie moet uitgesteld worden tijdens een ziekte met koorts >38.5°C, totdat de koorts is verdwenen.
Vaccinatie met ieder vaccin tijdens de 2 weken voor en 4 weken na BMR-3.
Extra BMR vaccinatie tijdens de studie.
Bloedingsziekte en/of antistolling medicatie.
Immuniteit onderdrukkende medicatie, zoals cytostatica, hoge dosis corticosteroïden, immuunglobuline, bloed of plasma transfusies die de resultaten van de studie kunnen beïnvloeden (nu en in de laatste 3 maanden).
Klinische symptomen van bof (nu of in het verleden).
Bof infecties in het huishouden (nu of in het verleden).
In het verleden doorgemaakte ernstige reactie op een vaccin.
Zwangerschap; ook moet zwangerschap worden vermeden in de maand na vaccinatie.
Borstvoeding geven. |
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
1. Mumps-specific VN antibody titers (against the vaccine and currently circulating mumps virus strains) and IgG antibody titers (including antibody avidity) measured in serum samples following a third vaccine dose of MMR in healthy young adults (18-25 years). |
1. Bof specifieke virus neutraliserende antistof titers (tegen vaccin en huidig circulerende bof virus stammen) en IgG antistof titers (inclusief antistof aviditeit) gemeten in serum monsters na de derde BMR vaccinatie in gezonde jong volwassenen (18-25 jaar). |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
1. prior to and 10 days, 4 weeks , 1 year and 3 years following a third vaccine dose of MMR. |
1. net voor, 10 dagen, 4 weken, 1 jaar en 3 jaar na de derde BMR vaccinatie. |
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
2. Frequency and intensity of the local and systemic tolerance.
3. Mumps-specific IgA and IgG (saliva*) following a third vaccine dose of MMR.
4. The presence and frequency of mumps-specific memory and effector T- and B-cells in peripheral blood following MMR-3, in a voluntary subset of the participants.
5. Serum IgG response against measles and rubella (components of the MMR vaccine) following a third vaccine dose of MMR. |
2. Frequentie en intensiteit van lokale en systemische reacties.
3. Bof specifieke IgA en IgG (speeksel*) na een derde BMR vaccinatie.
4. Aanwezigheid en frequentie van bof specifieke geheugen en effector T en B cellen in perifeer bloed na BMR-3 in een vrijwillige subset van de deelnemers.
5. Serum IgG reactie tegen mazelen en rode hond (componenten van de BMR vaccinatie) na BMR-3. |
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
2. 0-14 days post vaccination.
3. Prior to and 10 days, 4 weeks and 1 year following a third vaccine dose of MMR.
4. Prior to, 4 weeks and 1 year following a third vaccine dose of MMR.
5. Prior to and 10 days, 4 weeks, 1 year en 3 years following a third vaccine dose of MMR.
*Saliva not collected at 10 days following immunisation |
2. 0-14 dagen na vaccinatie.
3. net voor en 10 dagen, 4 weken en 1 jaar na BMR-3 vaccinatie.
4. net voor, 4 weken en 1 jaar na BMR-3 vaccinatie.
5. net voor en 10 dagen, 4 weken, 1 jaar en 3 jaar na BMR-3 vaccinatie.
*Speeksel is niet verzameld op 10 dagen na vaccinatie. |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | No |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | No |
E.6.4 | Safety | Yes |
E.6.5 | Efficacy | Yes |
E.6.6 | Pharmacokinetic | No |
E.6.7 | Pharmacodynamic | No |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | No |
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | No |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | No |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | Yes |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | No |
E.8.1.1 | Randomised | Information not present in EudraCT |
E.8.1.2 | Open | Information not present in EudraCT |
E.8.1.3 | Single blind | Information not present in EudraCT |
E.8.1.4 | Double blind | Information not present in EudraCT |
E.8.1.5 | Parallel group | Information not present in EudraCT |
E.8.1.6 | Cross over | Information not present in EudraCT |
E.8.1.7 | Other | Information not present in EudraCT |
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | Information not present in EudraCT |
E.8.2.2 | Placebo | Information not present in EudraCT |
E.8.2.3 | Other | Information not present in EudraCT |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| Yes |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | No |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | No |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | No |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | No |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
LVLS |
laatste visite laatste deelnemer |
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | 3 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | 6 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | 0 |