E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
newly-diagnosed prostate cancer (PCA) |
nieuw gediagnosticeerde prostaatkanker |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
newly-diagnosed prostate cancer (PCA) |
nieuw gediagnosticeerde prostaatkanker |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Analytical, Diagnostic and Therapeutic Techniques and Equipment [E] - Investigative Techniques [E05] |
MedDRA Classification |
E.1.2 Medical condition or disease under investigation |
E.1.2 | Version | 20.0 |
E.1.2 | Level | PT |
E.1.2 | Classification code | 10060862 |
E.1.2 | Term | Prostate cancer |
E.1.2 | System Organ Class | 10029104 - Neoplasms benign, malignant and unspecified (incl cysts and polyps) |
|
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | No |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
1. To confirm superiority of Ferrotran®-enhanced MRI over unenhanced MRI in sensitivity to detect metastases in normal size pelvic lymph nodes in using histopathology after lymph node dissection as established reference method (Gold Standard). 2. To confirm non-inferiority of Ferrotran®-enhanced MRI compared with unenhanced MRI in specificity with a margin of 15% in using histopathology after lymph node dissection as established reference method (Gold Standard).
|
1. Bevestigen van superioriteit van Ferrotran-verbeterde MRI ten opzicht van onverbeterde MRI gevoeligheid om metastasen in bekken lymfeklieren van normale grootte te detecteren, gebruikmakend van histopathologie na lymfeklierdissectie als gevestigde referentiemethode (gouden standaard). 2. Bevestigen van non-inferioriteit van Ferrotran-verbeterde MRI in vergelijking met onverbeterde MRI in specificiteit met een marge van 15% gebruikmakend van histopathologie na lymfeklierdissectie als gevestigde referentiemethode (gouden standaard). |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
1. To confirm non-inferiority of Ferrotran®-enhanced MRI compared with unenhanced MRI in sensitivity with a margin of 15% to detect any pelvic lymph node metastases in using histopathology after lymph node dissection as established reference method (Gold Standard). 2. To evaluate the number and sites (gross- and sub-regions) of affected lymph nodes removed and not removed by ePLND comparing the unenhanced MRI at follow-up and the pre-surgery MRIs (unenhanced and Ferrotran®-enhanced). 3. To assess the clinical safety and tolerability of a single slow drip Ferrotran® infusion. 4. To assess the impact of Ferrotran®-enhanced MRI on the patient management plan. |
1.Bevestigen van non-inferioriteit van Ferrotran-verbeterde MRI in vergelijking met onverbeterde MRI in gevoeligheid met een marge van 15% om bekken lymfeklier metastasen te zien, gebruikmakend van histopathologie na lymfeklierdissectie als gevestigde referentiemethode. 2.Evalueren van het aantal en de plaatsen (bruto- en subregio's) van getroffen lymfeklieren verwijderd en niet verwijderd door ePLND bij vergelijking van de onverbeterde MRI tijdens de opvolging met de pre-chirurgische MRIs (onverbeterd en Ferrotran-verbeterd). 3.Beoordelen van de klinische veiligheid en verdraagzaamheid van één langzame Ferrotran infusie. 4.Beoordelen van de impact van de Ferrotran-verbeterde MRI op het patiëntbeheersplan. |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
1) Voluntarily given and written informed consent. 2) Male ≥18 years of age. 3) Histologically newly-confirmed adenocarcinoma of the prostate. 4) Medium to high risk for lymph node metastasis, defined by either: a) PSA ≥ 10 ng/ml or b) Gleason-Score ≥ 7 or c) Stage cT2b or cT2c or T3 or T4 5) Patients scheduled for radical prostatectomy (RP) with extended lymph node dissection (ePLND) between Day 7 and Day 42 after Ferrotran®-enhanced MRI. 6) Consent to practice contraception until end of study, including female partners of childbearing potential. Effective contraceptive measures include hormonal oral, injected or implanted female contraceptives, male condom, vaginal diaphragm, cervical cap, intrauterine device. 7) Preoperative PSA, clinical T-stage, primary Gleason grade, secondary Gleason grade.
|
1) Vrijwillige en schriftelijke geïnformeerde toestemming. 2) Mannelijk ≥18 jaar oud. 3) Histologisch nieuw bevestigde adenocarcinoom van de prostaat. 4) Gemiddeld tot hoog risico op lymfeklier metastasen, gedefinieerd door: a) PSA ≥ 10 ng/ml of b) Gleason-Score ≥ 7 of c) Stadium cT2b of cT2c of T3 of T4 5) Patiënten gepland voor radicale prostatectomie (RP) met uitgebreide bekken lymfeklierdissectie (ePLND) tussen Dag 7 en Dag 42 na Ferrotran-versterkte MRI. 6) Toestemmen om anticonceptie te gebruiken tot het einde van de studie, inclusief vruchtbare, vrouwelijke partners. Effectieve anticonceptie maatregelen zijn hormonaal oraal, geïnjecteerde of geïmplanteerde vrouwelijke anticonceptiva, mannelijke condoom, vaginaal diafragma, cervicale kap, spiraaltje. 7) Pre-operatieve PSA, klinische T-stadium, primaire Gleason graad, secondaire Gleason graad. |
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
1) Any contraindication to MRI, as per standard criteria. 2) Any radiation therapy or systemic antiproliferative (chemo-, immuno, or hormonal) therapy for prostate cancer (Lupron, Taxotere, Casodex, Eulexin, Zoladex, etc.) prior to screening and until after post-surgery FUP MRI. 3) Known hypersensitivity to Ferrotran®or its components such as dextran. 4) Known hypersensitivity to other parenteral iron products. 5) Acute allergy including drug allergies and allergic asthma. 6) Evidence of iron overload or disturbances in the utilisation of iron (e.g., haemochromatosis, haemosiderosis, chronic haemolytic anaemia with frequent blood transfusions). 7) Presence of liver dysfunction. 8) Any other investigational medicinal product within 30 days prior to receiving study medication until end of study visit. 9) Simultaneous participation in any other clinical trial. 10) Abnormal safety laboratory values at screening or baseline that are assessed by the principal investigator as clinically relevant. 11) Patients not able to declare meaningful informed consent on their own (e.g. with legal guardian for mental disorders), or other vulnerable patients (e.g. under arrest).
|
1) Elke contra-indicatie voor MRI, as per standaard criteria. 2) Elke bestralingstherapie of systemisch antiproliferatief (chemo-, immuno, of hormonaal) therapie voor prostaatkanker (Lupron, Taxotere, Casodex, Eulexin, Zoladex, etc.) voorafgaand aan de screening en tot na de post-operatieve opvolgings MRI. 3) Gekende overgevoeligheid voor Ferrotran of zijn componenten zoals dextran. 4) Gekende overgevoeligheid voor andere parenterale ijzerproducten. 5) Acute allergie inclusief drugallergieën en allergische astma. 6) Bewijs van ijzeropstapeling of verstoring in het gebruik van ijzer (bijv. hemochromatose, hemosiderosis, chronische hemolytische anemie met frequente bloedtransfusies). 7) Aanwezigheid van leverdisfunctie. 8) Elke ander geneesmiddel voor onderzoek binnen 30 dagen voor toediening van de studiemedicatie tot het einde van de studie. 9) Simultane deelname aan elke andere klinische studie. 10) Abnormale veiligheidslaboratoriumwaarden tijdens screening of baseline die door de hoofdonderzoeker als klinisch relevant beschouwd worden. 11) Patiënten niet in staat om zelfstandig betekenisvolle geïnformeerde toestemming te verklaren (bijv. met wettelijke voogd voor mentale stoornis), of andere kwetsbare patiënten (bijv. gedetineerden). |
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
The co-primary endpoints for this study will be the observed sensitivity and observed specificity of the Ferrotran-enhanced MRI compared with the unenhanced baseline MRI, in assessing the nodal status (metastatic / non-metastatic) of the patient with respect to the lymph nodes considered for lymphadenectomy. Specificity and sensitivity of Ferrotran-enhanced and un-enhanced MRI will be obtained by comparison of each method to histopathology results, and not by direct comparison of the MRI methods with each other. The patient will be considered metastatic (patientpositive) if at least one lymph node is diagnosed as metastatic in histopathology. |
De co-primaire eindpunten voor deze studie zullen de geobserveerde gevoeligheid en geobserveerde specificiteit van de Ferrotran verbeterde MRI in vergelijking met de onverbeterde baseline MRI zijn, bij de beoordeling van de nodale status (gemetastaseerd / niet-gemetastaseerd) van de patiënt met betrekking tot de lymfeklieren die in aanmerking komen voor lymfadenectomie. Specificiteit en gevoeligheid van Ferrotran verbeterde en onverbeterde MRI zal bekomen worden door vergelijking van elke methode met de histopathologische resultaten, en niet door directe vergelijking van de MRI methodes met elkaar. De patiënt zal als metastatisch (patiënt positief) beschouwd worden als tenminste 1 lymfeklier metastatisch is volgens de histopathologie. |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
End of study visit |
Einde van de studie visite |
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
Secondary endpoints: Secondary efficacy endpoints: a) The number and regions of lymph node metastases present in the follow-up MRI in comparison to pre-surgery MRI (unenhanced and Ferrotran®-enhanced). b) Patients with additional dissection of lymph nodes outside the defined 8 pelvic regions due to Ferrotran® uptake i.e. pre-sacral, peri-rectal, para-aortic, which are not the standard of ePLND. The secondary efficacy endpoints will be assessed on the basis of the secondary efficacy variables as described below.
Endpoint for patient management Impact of Ferrotran®-enhanced MRI on patient management
Endpoints for safety and tolerability Frequency of occurrence and severity of abnormal findings in safety investigations (physical examination, vital signs, 12 lead ECG, clinical laboratory, AEs, concomitant medication) after a single slow drip Ferrotran® infusion. The assessment of safety and tolerability endpoints will be based on secondary safety and tolerability variables as described below.
Exploratory endpoints: Qualitative assessment of • Vessel visibility • Image quality
|
Secundaire eindpunten: Secundaire werkzaamheidseindpunten: a) Het aantal en de regio's van lymfkliermetastasen aanwezig in de follow-up MRI in vergelijking met pre-chirurgische MRI (niet versterkt en Ferrotran®-versterkt). b) Patiënten met extra dissectie van lymfeklieren buiten de gedefinieerde 8 bekkenregio's als gevolg van de opname van Ferrotran®, d.w.z. pre-sacrale, peri-rectale, para-aorta, die niet de standaard zijn van ePLND. De secundaire werkzaamheidseindpunten worden beoordeeld op basis van de secundaire werkzaamheidsvariabelen zoals hieronder beschreven.
Eindpunt voor patiëntenbeheer Impact van door Ferrotran® verbeterde MRI op patiëntbeheer
Eindpunten voor veiligheid en verdraagzaamheid Frequentie van voorkomen en ernst van abnormale bevindingen bij veiligheidsonderzoeken (lichamelijk onderzoek, vitale functies, 12-lead ECG, klinisch laboratorium, AE's, gelijktijdige medicatie) na een enkele langzame infusie met Ferrotran®. De beoordeling van eindpunten voor veiligheid en verdraagbaarheid zal worden gebaseerd op secundaire veiligheids- en verdraagbaarheidsvariabelen zoals hieronder beschreven.
Verkennende eindpunten: Kwalitatieve beoordeling van: • zichtbaarheid van vaten • beeldkwaliteit
|
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
Secondary efficacy endpoints: Day 1 & surgery Endpoint for patient management: Day 1 until surgery Endpoints for safety and tolerability: Day 1 until Day 7, Safety Follow Up & End of Study Exploratory endpoints: Day 1 |
Secundaire eindpunten voor werkzaamheid: Dag 1 & operatie Eindpunt voor patiëntenbeheer: Dag 1 tot operatie Eindpunten voor veiligheid en verdraagzaamheid: Dag 1 tot Dag 7, Veiligheidsopvolging & einde van de studie Verkennende eindpunten: Dag 1 |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | Yes |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | No |
E.6.4 | Safety | Yes |
E.6.5 | Efficacy | Yes |
E.6.6 | Pharmacokinetic | No |
E.6.7 | Pharmacodynamic | No |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | No |
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | No |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | Yes |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | No |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | No |
E.8.1.1 | Randomised | No |
E.8.1.2 | Open | Yes |
E.8.1.3 | Single blind | No |
E.8.1.4 | Double blind | No |
E.8.1.5 | Parallel group | No |
E.8.1.6 | Cross over | No |
E.8.1.7 | Other | Yes |
E.8.1.7.1 | Other trial design description |
éénarmig, lezer geblindeerd |
single-arm, reader-blinded |
|
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | No |
E.8.2.2 | Placebo | No |
E.8.2.3 | Other | No |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| No |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | Yes |
E.8.4.1 | Number of sites anticipated in Member State concerned | 3 |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | Yes |
E.8.5.1 | Number of sites anticipated in the EEA | 8 |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | Yes |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.6.3 | If E.8.6.1 or E.8.6.2 are Yes, specify the regions in which trial sites are planned |
Switzerland |
Germany |
Netherlands |
|
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | No |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
The end of the trial is defined as the last visit of the last patient or the last date of follow-up of toxicities, if required (whichever is the later). |
Het einde van de studie is gedefinieerd als de laatste visite van de laatste patiënt of de laatste datum van opvolging van toxiciteiten, indien nodig (welke de laatste is). |
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | 3 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | 6 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | |
E.8.9.2 | In all countries concerned by the trial years | 3 |
E.8.9.2 | In all countries concerned by the trial months | 6 |