E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
Relapsed/refractory multiple myeloma |
Recidief of refractair Multipel Myeloom |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
Relapsed/refractory multiple myeloma |
Patiënten met een recidief of refractair Multipel Myeloom |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Diseases [C] - Cancer [C04] |
MedDRA Classification |
E.1.2 Medical condition or disease under investigation |
E.1.2 | Version | 21.0 |
E.1.2 | Level | LLT |
E.1.2 | Classification code | 10028228 |
E.1.2 | Term | Multiple myeloma |
E.1.2 | System Organ Class | 100000004864 |
|
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | No |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
The goal of this trial is to investigate the efficacy and safety of the IberCd combination in multiple myeloma patients who have refractory disease or a relapse after prior treatment with lenalidomide.
Primary objective:
- To evaluate progression-free survival |
Het doel van dit onderzoek is om de veiligheid en werkzaamheid van de combinatie van iberdomide, cyclofosfamide en dexamethason te onderzoeken bij patiënten met een recidief of refractair Multipel Myeloom.
Primary objective: progressie vrije overleving |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
Secondary objectives:
- To investigate the efficacy of IberCd, as determined by the (s)CR+VGPR+PR rate according to the international myeloma working group (IMWG) criteria.
- To evaluate toxicity
- To evaluate overall survival
- To evaluate time to response
- To evaluate duration of response
- To evaluate Time to Second Objective Disease
- Progression (PFS2)
- To evaluate time to next treatment (TTNT)
|
- Effectiviteit van IberCD (volgens IMWG criteria)
- Toxiciteit
- Overall survival
- Tijd tot respons
- Respons duur
- Tijd tot tweede objectieve ziekte
- Progressie
- Tijd tot volgende behandeling |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
1. Age ≥ 18 years.
2. Subject must have documented diagnosis of multiple myeloma and have measurable disease as defined by any of the following:
o Serum monoclonal paraprotein (M-protein) level ≥5 g/L (0.5 g/dL); or urine M-protein level ≥200 mg/24 hours; or serum immunoglobulin free light chain ≥100 mg/L (10 mg/dL) and abnormal serum immunoglobulin kappa lambda free light chain ratio (See Appendix A)
3. Relapsed or refractory disease. Relapse is defined as progression of disease after an initial response to previous treatment, more than 60 days after cessation of treatment. Refractory disease is defined as <50% reduction in M-protein or progression of disease during treatment or within 60 days after cessation of treatment.
4. Subject had 2-4 prior anti-myeloma regimens.
(Note: Induction, bone marrow transplant with or without maintenance therapy is
considered one regimen; Prior pomalidomide is allowed )
5. Subject has developed lenalidomide-refractory disease (any dose) during prior treatment with lenalidomide or a lenalidomide-containing regimen
Lenalidomide-refractory MM is defined as progressive disease during therapy, no response (< PR) to prior lenalidomide-containing therapy, or progression within 60 days of discontinuation from lenalidomide-containing regimens, according to the International Myeloma Working Group criteria.
6. WHO performance 0, 1, or 2
7. Life expectancy at least 3 months
8. Written informed consent
9. A female of childbearing potential (FCBP) is a female who: 1) has achieved menarche at some point, 2) has not undergone a hysterectomy or bilateral oophorectomy, or 3) has not
been naturally postmenopausal (amenorrhea following cancer therapy does not rule out
childbearing potential) for at least 24 consecutive months (i.e., has had menses at any time
in the preceding 24 consecutive months) and must:
a. Have two negative pregnancy tests as verified by the Investigator prior to starting study treatment. She must agree to ongoing pregnancy testing during the course of the study, and after end of study treatment. This applies even if the subject practices true abstinence* from heterosexual contact.
b. Either commit to true abstinence* from heterosexual contact (which must be reviewed on a monthly basis and source documented) or agree to use, and be able to comply with two forms of contraception: one highly effective, and one additional effective (barrier) measure of contraception without interruption 28 days prior to starting investigational product, during the study treatment
(including dose interruptions), and for at least 28 days after the last dose of CC-220, 90 days after the last dose of cyclophosphamide, whichever is longer. Contraception requirements are detailed in Appendix H.
10. Male subjects must:
a. Practice true abstinence* (which must be reviewed on a monthly basis and source documented) or agree to use a condom during sexual contact with a pregnant female or a female of childbearing potential while participating in the study, during dose interruptions and for at least 90 days following the last dose of study treatment, even if he has undergone a successful vasectomy.
* True abstinence is acceptable when this is in line with the preferred and usual lifestyle of the subject. [Periodic abstinence (eg, calendar, ovulation, symptothermal, post-ovulation methods) and withdrawal are not acceptable methods of contraception.]
11. Males must agree to refrain from donating sperm while on study treatment, during dose
interruptions and for at least 90 days following last dose of study treatment.
12. All subjects must agree to refrain from donating blood while on study treatment, during
dose interruptions and for at least 28 days following the last dose of study treatment.
13. All male and female subjects must follow all requirements defined in the Pregnancy
Prevention Program (v5.1). See Appendix H for CC-220 Pregnancy Prevention Plan for
Subjects in Clinical Trials.
|
1. 18 jaar en ouder
2. Deelnemer moet gedocumenteerd MM hebben volgens de criteria en meetbare ziekte gedefinieerd als volgt: serum M proteïne > aan 5g/L (0,5g/dL) of urine M proteïne > 200 mg/24uur of serum immunoglobuline FLC > 100 mg/L (10mg/dL) en abnormaal serum immunoglobuline kappa lambda FLC ratio >100mg/L.
3. Gerecidiveerde of refractaire ziekte. Recidief is gedefinieerd als progressieve ziekte na initiële respons op eerdere behandeling, meer dan 60 dagen na staken van behandeling. Refractaire ziekte is gedefinieerd als <25% afname van het M proteïne of progressie van ziekte tijdens de behandeling of binnen 60 dagen na staken van de behandeling.
4. Patiënt heeft tenminste 2-4 eerdere antimyeloom behandelingen gehad.
(Inductietherapie, beenmergtransplantatie met of zonder onderhoudstherapie wordt beschouwd als 1 behandellijn. Eerdere behandeling met pomalidomide is toegestaan)
5. Patiënt heeft lenalidomide refractaire ziekte ontwikkelt gedurende voorafgaande behandeling met een lenalidomide bevattende therapie.
6. WHO performance status 0, 1, of 2
7. Levensverwachting van tenminste 3 maanden
8. Geschreven informed consent
9. Een vrouw die zwanger kan worden, is een vrouw die: 1) op enig moment menarche heeft bereikt
2) geen hysterectomie (verwijdering baarmoeder) of een dubbelzijdige ovariectomie (verwijdering eierstokken) heeft ondergaan of 3) niet op natuurlijke wijze post-menopauzaal (amenorrhoe na chemotherapie sluit eventuele zwangerschap niet altijd uit) gedurende minstens 24 aaneengesloten maanden (dat wil zeggen heeft een menstruatie gehad gedurende de voorafgaande 24 maanden) en moet:
- 2 negatieve zwangerschapstesten hebben (gezien door arts/onderzoeker) voor het starten van de behandeling met studiemedicatie en toestemming geven om zwangerschapstesten uit te voeren gedurende de studie en na afloop van de studie ook indien er sprake is van volledige en voortdurende onthouding.
- Of ermee instemmen om twee adequate verschillende soorten anticonceptie onafgebroken te gebruiken (zeer effectief = IUD, anticonceptie pil, vasectomie partner / effectief = condoom bij partner) vanaf 28 dagen voor start van de studie, gedurende de studie en tot 28 dagen na de laatste dosis iberdomide of 90 dagen na de laatste dosis cyclofosfamide. Of volledige en voortdurende onthouding van heteroseksueel contact (wordt op maandelijkse basis geëvalueerd)
10. Mannelijke deelnemers moeten instemmen met volledige en voortdurende onthouding of gebruik van een condoom bij seksueel contact (ook diegenen die een vasectomie hebben ondergaan) met een zwangere vrouw of een vrouw die zwanger kan worden, gedurende de gehele duur van de behandeling, tijdens behandelingsonderbreking en 28 dagen (iberdomide) of 90 dagen (cyclofosfamide) na stoppen behandeling.
11. Mannelijke patiënten mogen geen sperma doneren tijdens de studie en tot 90 dagen na de laatste dosis van de studiebehandeling.
12. Alle patiënten moeten er mee instemmen geen bloed te doneren tijdens de studie tot en met 28 dagen na de laatste dosis van de studiebehandeling.
13. Alle mannelijke en vrouwelijke patiënten moeten de instructies opvolgen zoals omschreven in het preventie van zwangerschap programma (appendix H).
|
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
1. Subjects who previously received continuous low-dose cyclophosphamide alone or in combination with other anti-MM agents are excluded (cyclophosphamide once weekly such as in bortezomib-cyclophospahmide-dexametahsone regimen (VCD) is allowed).
2. Treatment with prior iberdomide
3. Non-secretory MM
4. Systemic AL amyloidosis or plasma cell leukemia (>2.0x109/L circulating plasma cells by standard differential) or Waldenstrom’s macroglobulinemia
5. Subject has known meningeal involvement of multiple myeloma
6. Inadequate marrow reserve as defined by a platelet count <75 x 109/L or an absolute neutrophil count <1.0 x 109/L
7. Corrected serum calcium >13.5 mg/dL (>3.4 mmol/L)
8. Subject has a history of anaphylaxis or hypersensitivity to thalidomide, lenalidomide,
pomalidomide, dexamethasone, or cyclophosphamide. Subject has known or suspected hypersensitivity to the excipients contained in the formulation of iberdomide, dexamethasone, or cyclophosphamide.
9. Subject has received any of the following within the last 14 days of initiating IberCd:
- Plasmapheresis
- Major surgery (as defined by the Investigator)
- Radiation therapy other than local therapy for MM associated bone lesions
- Use of any systemic myeloma drug therapy
10. Subject has been treated with an investigational agent (ie, an agent not commercially
available) within 28 days or 5 half-lives (whichever is longer) of initiating IberCd treatment
11. Subject has current or prior use of immunosuppressive medication within 14 days prior to the first dose of IP. The following are exceptions to this criterion:
- Intranasal, inhaled, topical or local steroid injections (eg, intra-articular injection)
- Systemic corticosteroids at physiologic doses that do not exceed 10 mg/day of prednisone or equivalent
- Steroids as premedication for hypersensitivity reactions (eg, computed tomography [CT] scan premedication)
12. Subject has taken a strong inhibitor or inducer of CYP3A4/5 including grapefruit, St.
John’s Wort or related products within two weeks prior to dosing and during the course
of study
13. Creatinine clearance <30 ml /min or requirement of dialysis.
14. Uncontrolled or severe cardiovascular disease (NYHA class III or IV heart failure; myocardial infarction within the last 6 months of study entry); unstable angina; unstable cardiac arrhythmias; clinically significant pericardial disease)
15. Significant hepatic dysfunction (total bilirubin 3 times normal value or transaminases 3 times normal value), unless related to myeloma
16. Subject has any concurrent severe and/or uncontrolled medical condition (e.g. uncontrolled diabetes, respiratory disease, infection, hypertension, etc.) that is likely to interfere with study procedures or results, or that in the opinion of the investigator would constitute a hazard for participating in this study.
17. Subject known to test positive for human immunodeficiency virus (HIV), chronic or
active hepatitis B, or active hepatitis A or C
18. Peripheral neuropathy of ≥grade 2.
19. Subjects with gastrointestinal disease that may significantly alter the absorption of
CC-220
20. History of active malignancy during the past 3 years, except squamous cell and basal cell carcinomas of the skin and carcinoma in situ of the cervix or breast and incidental histologic finding of prostate cancer (T1a or T1b using the TNM [tumor, nodes, metastasis] clinical staging system) or prostate cancer that is cured, or malignancy that in the opinion of the local investigator, with concurrence with the principal investigator, is considered cured with minimal risk of recurrence within 3 years.
21. Subject is known or suspected of not being able to comply with the study protocol
(eg, because of alcoholism, drug dependency, or psychological disorder) or the subject has any condition for which, in the opinion of the investigator, participation would not be in the best interest of the subject (eg, compromise their well-being) or that could prevent, limit, or confound the protocol-specified assessments.
22. Subject is a female who is pregnant, nursing or breastfeeding, or who intends to become
pregnant during the participation in the study
23. Subject is unable or unwilling to undergo protocol required thromboembolism
prophylaxis
24. Subject has previously received an allogeneic stem cell transplantation within 1 year before the date of registration and has not used immunosuppressive drugs within one month before the date of registration.
|
1. Patiënten die eerder een behandeling hebben gehad met continue lage dosis cyclofosfamide alleen of in combinatie met andere anti-MM middelen. (Cyclofosfamide één keer per week zoals bij bortezomib-cyclofosfamide-dexamethason is wel toegestaan).
2. Eerdere behandeling met Iberdomide
3. Non-secretoir Multipel Myeloom
4. Systemische AL amyloidose of plasmacelleukemie (>2.0x109/L circulerende plasma cellen in de differentiatie) of Waldenstrom macroglobulinemie.
5. Patiënt is bekend met meningeale laesies van het multipel myeloom.
6. Inadequate beenmerg reserve gedefinieerd als trombocyten <75 x 109/L of absolute neutrofielen aantal <1.0 x 109/L
7. Gecorrigeerd calcium >13.5 mg/dL (>3.4 mmol/L)
8. Bekende overgevoeligheid of ernstige allergische dan wel anafylactische reacties voor componenten van thalidomide, lenalidomide, pomalidomide, dexamethason of cyclofosfamide.
9. Patiënten die 14 dagen voor start van de studiebehandeling (IberCd) plasmaferese, een (grote) operatie of radiotherapie (anders dan als lokale therapie voor een bot laesie) hebben ondergaan of systemische myeloom therapie hebben gehad.
10. Patiënten die behandeld zijn met een studiebehandeling (i.e. een middel dat niet commercieel beschikbaar is) in de afgelopen 28 dagen of 5 keer de half waarde tijd van de behandeling voor start van huidige studiebehandeling (IberCd).
11. Patiënten die immunosuppressieve medicatie gebruiken of hebben gebruikt in de afgelopen 14 dagen voor de eerste dosis van de studiebehandeling. De volgende uitzonderingen worden gemaakt:
-Intra nasale steroïden, inhalatie steroïden, plaatselijke steroïden of lokale steroïde injecties
-Systemische corticosteroïden tot max 10 mg prednison per dag of een equivalent hiervan
-Steroïden als premedicatie voor overgevoeligheidsreacties (bijvoorbeeld voor een CT scan)
12. Patiënten die sterke CYP3A4/5 inhibitors of inducers hebben gebruikt zoals grapefruitsap, Sint Jans Kruid of andere producten in de afgelopen 2 weken voor de eerste dosis én tijdens de studie.
13. Creatinine klaring <30 ml/min of dialyse behoefte
14. Aanwezigheid van klinisch significante hart aandoening (NHYA klasse III of IV hartfalen, myocardinfarct in de afgelopen 6 maanden voor start studie, instabiele AP, instabiele aritmieën of pericard ziekten).
15. Significante leverfunctie stoornis (totaal bilirubine > 3 keer de normaalwaarde of transaminases > 3 keer de normaalwaarde, tenzij gerelateerd aan myeloom.
16. Elke gelijktijdige optredende ernstige en/of oncontroleerbare medische toestand (bijvoorbeeld diabetes, longziekten, infecties of hypertensie) die waarschijnlijk gaat interfereren met studieprocedures of resultaten, of die volgens de onderzoeker gevaar gaat opleveren bij deelname aan deze studie.
17. Bekende seropositiviteit voor HIV, actieve of chronische hepatitis B infectie of actieve hepatitis A of C infectie.
18. Perifere neuropathie > graad 2
19. Patiënten met een gastro-intestinale ziekte mogelijk leidend tot een verminderde opname van iberdomide.
20. Een maligniteit in de voorgeschiedenis in de afgelopen 3 jaar (met uitzondering van plaveiselcel- en basaalcelcarcinoom van de huid of carcinoma in situ van de cervix of borst en T1a of T1b prostaatcarcinoom dan wel een behandeld prostaat carcinoom) of een maligniteit die volgens de lokale onderzoeker en ook de hoofdonderzoeker wordt beschouwd als genezen met minimaal risico op recidief binnen 3 jaar.
21. Patiënten waarvan bekend is, of waarvan de verwachting is dat ze niet in staat zijn te voldoen aan de studie eisen (bijvoorbeeld alcoholisme, drugsverslaving of psychiatrische afwijkingen) of de patiënt is en een zodanige toestand, dat naar mening van de onderzoeker deelname niet in het belang van de patiënt is of die de protocol specifieke evaluatie beperkt, verhindert of beïnvloedt.
22. Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven of vrouwen die zwanger willen worden gedurende deelname aan de studie.
23. Patiënten die tromboseprofylaxe (conform protocol) niet kunnen of willen gebruiken.
24. Allogene stamceltransplantatie (< 1 jaar voor studie registratie) en geen gebruik van immunosuppressieve medicatie tot 1 maand voor registratie.
|
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
Progression free survival (PFS; i.e. time from the first dose of iberdomide-cyclophosphamide-dexamethasone to progression or death from any cause, whichever comes first) |
Progressie vrije overleving |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
every cycle |
Iedere cyclus |
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
♦ Overall response rate. In this analysis we will consider the best response obtained during treatment according to the international myeloma working group (IMWG) criteria
♦ Safety and toxicity as defined by type, frequency and severity of adverse events as defined by the National Cancer Institute (NCI) Common Terminology Criteria for Adverse Events (CTCAE), version 4
♦ Overall survival measured from first dose of iberdomide-cyclophosphamide-dexamethasone, to time of death from any cause. Patients still alive or lost to follow up are censored at the date they were last known to be alive.
♦ Time to response defined as time from first dose of iberdomide-cyclophosphamide-dexamethasone to the first objective documentation of PR or better.
♦ Duration of response defined as time from documentation of tumor response to disease progression.
♦ Time to second objective disease progression (PFS2) defined as time from first dose of iberdomide-cyclophosphamide-dexamethasone to 2nd disease progression or death from any cause.
♦ Time to next treatment (TTNT) defined as the date from first dose of iberdomide- cyclophosphamide-dexamethasone to first day when subject receives another myeloma treatment. Subjects who do not start new myeloma therapy are censored at the last known alive date or first dose date, whichever is later.
|
- Overall response rate > effectiviteit van IberCD (volgens IMWG criteria)
- Veiligheid en toxiciteit
- Overall survival
- Tijd tot respons
- Respons duur
- Tijd tot tweede objectieve ziekte
- Tijd tot volgende behandeling |
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
every cycle |
iedere cyclus |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | No |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | Yes |
E.6.4 | Safety | Yes |
E.6.5 | Efficacy | Yes |
E.6.6 | Pharmacokinetic | No |
E.6.7 | Pharmacodynamic | No |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | No |
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | Yes |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | No |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | No |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | No |
E.8.1.1 | Randomised | No |
E.8.1.2 | Open | Yes |
E.8.1.3 | Single blind | No |
E.8.1.4 | Double blind | No |
E.8.1.5 | Parallel group | No |
E.8.1.6 | Cross over | No |
E.8.1.7 | Other | No |
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | No |
E.8.2.2 | Placebo | No |
E.8.2.3 | Other | No |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| No |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | Yes |
E.8.4.1 | Number of sites anticipated in Member State concerned | 10 |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | No |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | No |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | Yes |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
LVLS |
laatste bezoek laatste deelnemer |
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | 3 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | |