E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
urinary urge incontinence |
overactieve blaas |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
high urge to urinate, over active bladder |
overactieve blaas |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Diseases [C] - Female diseases of the urinary and reproductive systems and pregancy complications [C13] |
MedDRA Classification |
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | No |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
To assess the influence of intravaginal oxybutynin administration by the MedRing on bladder filling phase in OAB patients |
De MedRing is gemaakt om elektronisch medicijnen in de vagina af te geven. In dit onderzoek zal een geregistreerd medicijn, oxybutynine, via de MedRing in de vagina worden afgegeven. Het doel van het onderzoek is om te kijken of op deze manier oxybutynine in het bloed terecht komt. |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
To assess the safety and tolerability of the intra-vaginal delivery of oxybutynin via the MedRing in OAB patients |
Ook wordt er gekeken of dit een veilige en verdraagbare methode is om oxybutynine te geven. |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
1. Willing to give written informed consent and willing and able to comply with the study protocol. 2. Female subjects aged between 18 and 70 years (inclusive) 3. Women diagnosed with OAB according to the definition of the International Continence Society (ICS), and responding with a score 3 or higher on question 5a of the ICIQ questionnaire “do you have to rush to the toilet to urinate”? 4. Subject is in good general health, according to the investigator’s judgement based on medical history, vital signs, physical examination, electrocardiogram (ECG), and laboratory tests performed. 5. Body mass index between 18-32 kg∙m2 (inclusive) and with a minimum body weight of 50 kg at screening. 6. Ability to communicate well with the investigator in the Dutch language and willing to comply with the study restrictions. 7. Using adequate contraception (if applicable). |
1. Bereid om schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven en bereid en in staat om te voldoen aan het onderzoeksprotocol. 2. Vrouwelijke proefpersonen tussen 18 en 70 jaar (inclusief) 3. Vrouwen gediagnosticeerd met OAB volgens de definitie van de International Continence Society (ICS), en een score van 3 of hoger hebben op vraag 5a van de ICIQ-vragenlijst "moet je je naar het toilet haasten om te plassen"? 4. De proefpersoon verkeert in goede algemene gezondheid, volgens het oordeel van de onderzoeker op basis van medische geschiedenis, vitale functies, lichamelijk onderzoek, elektrocardiogram (ECG) en uitgevoerde laboratoriumtests. 5. Body mass index tussen 18-32 kg∙m2 (inclusief) en met een minimum lichaamsgewicht van 50 kg bij screening. 6. Goed kunnen communiceren met de onderzoeker in de Nederlandse taal en bereid zijn om de studiebeperkingen na te leven. 7. Het gebruik van adequate anticonceptie (indien van toepassing).
|
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
1. Presence of virginity. 2. History of sexual abuse/violence. 3. Menstrual bleeding or withdrawal bleeding from oral contraceptive pill expected to occur during conduction of the study. 4. Positive urinary pregnancy test at screening or at baseline and/or lactating. 5. Having given birth vaginally or by caesarean section 6 months prior to screening 6. Having had sexual intercourse or objects inserted vaginally that could potentially lacerate or damage the vaginal wall 24 hours prior to dosing. 7. Medical history of intra- and/or transvaginal operations that in the opinion of the investigator may interfere with placement or stability of the MedRing or absorption of oxybutynin. 8. Any known significant allergic reactions (urticaria or anaphylaxis) against oxybutynin, or multiple drug allergies (non-active hay fever is acceptable), or known hypersensitivity to components of the MedRing (polypropylene, styrene triblock copolymer, coloring agents, coating, glue). 9. Participation in any marketed or investigational drug or device study within 3 months or 5 half-lives (whichever is longer) prior to dosing. 10. Botox administration in the pelvic area less than 12 months ago. 11. Use of any prescription medication and any other substance that in the opinion of the investigators may influence the outcome of the study within 21 days prior to dosing. 12. Use of alcohol during the 24 hours prior to Day 1 of the study. 13. Any other condition that in the opinion of the investigator would complicate or compromise the study or the well-being of the subject. 14. Presence of significant postvoid residual urine determined as >100 ml estimated by ultrasound immediately postvoiding.
|
1. Aanwezigheid van maagdelijkheid. 2. Geschiedenis van seksueel misbruik/geweld. 3. Menstruele bloedingen of onttrekkingsbloedingen van orale anticonceptiepil die naar verwachting zullen optreden tijdens de uitvoering van het onderzoek. 4. Positieve zwangerschapstest op de urine bij screening of bij baseline en/of borstvoeding. 5. Vaginaal of via een keizersnede 6 maanden voor de screening zijn bevallen 6. Geslachtsgemeenschap of voorwerpen vaginaal hebben ingebracht die mogelijk de vaginale wand 24 uur vóór de dosering kunnen scheuren of beschadigen. 7. Medische voorgeschiedenis van intra- en/of transvaginale operaties die naar het oordeel van de onderzoeker de plaatsing of stabiliteit van de MedRing of absorptie van oxybutynine kunnen verstoren. 8. Alle bekende significante allergische reacties (urticaria of anafylaxie) tegen oxybutynine, of meerdere medicijnallergieën (niet-actieve hooikoorts is acceptabel), of bekende overgevoeligheid voor componenten van de MedRing (polypropyleen, styreen triblock copolymeer, kleurstoffen, coating, lijm). 9. Deelname aan een op de markt gebracht of experimenteel geneesmiddel of hulpmiddelonderzoek binnen 3 maanden of 5 halfwaardetijden (afhankelijk van wat langer is) voorafgaand aan de dosering. 10. Botox toediening in het bekkengebied minder dan 12 maanden geleden. 11. Gebruik van voorgeschreven medicatie en elke andere stof die naar de mening van de onderzoekers de uitkomst van het onderzoek binnen 21 dagen voorafgaand aan de dosering kan beïnvloeden. 12. Gebruik van alcohol gedurende de 24 uur voorafgaand aan dag 1 van het onderzoek. 13. Elke andere voorwaarde die naar het oordeel van de onderzoeker het onderzoek of het welzijn van de proefpersoon zou bemoeilijken of in gevaar zou brengen. 13. Elke andere voorwaarde die naar de mening van de onderzoeker de studie of het welzijn van de proefpersoon zou compliceren of in gevaar zou brengen. 14. Aanwezigheid van significante postvoïde resturine bepaald als >100 ml geschat door echografie onmiddellijk na het voïderen.
|
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
The primary endpoints, related to PD will be evaluated based on the subject’s response on the sensation meter. The sensation meter has been studied before for this purpose and the endpoints are based on these studies [9,10,11]. This study will assess the plasma level of oxybutynin at the various stages of urge sensations to evaluate the possible direct effect of local (vaginal) administration of oxybutynin, before the maximum plasma level is reached.
|
De primaire eindpunten, gerelateerd aan PD, worden geëvalueerd op basis van de respons van de proefpersoon op de sensatiemeter. De sensatiemeter is hiervoor al eerder onderzocht en de eindpunten zijn gebaseerd op deze studies [9,10,11]. Deze studie zal het plasmaniveau van oxybutynine in de verschillende stadia van aandrangsensaties beoordelen om het mogelijke directe effect van lokale (vaginale) toediening van oxybutynine te evalueren, voordat het maximale plasmaniveau wordt bereikt. |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
Cycle 3: Direct effect. o Starts drinking protocol o activation ring 10 minutes before expected bladder sensation (from Cycle 1 and2). o At 50% / 75% and 100% of full bladder sensation – PK blood sample taken. o Fill questionnaire anticholinergic side effects
|
Cyclus 3: Directe werking. o Begint met drinkprotocol o activering van de ring 10 minuten vóór het verwachte blaasgevoel (vanaf cyclus 1 en 2). o Bij 50% / 75% en 100% van het volle blaasgevoel – PK bloedmonster genomen. o Vragenlijst anticholinergische bijwerkingen invullen
|
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
Secondary endpoints will focus on safety and are: • all AEs with a focus on treatment-emergent and serious AEs, as a general safety endpoint. • Anticholinergic side effects (dry mouth, headache, abdominal pain) to assess the expected anticholinergic side effects related to the use oxybutynin. • Local effects (irritation) to assess the local tolerance of the MedRing in combination with vaginal delivery of oxybutynin. • Physical examination (vital signs and in speculum examination as a general safety endpoint.
|
• alle bijwerkingen met een focus op behandelingsopkomende en ernstige bijwerkingen, als algemeen veiligheidseindpunt. • Anticholinergische bijwerkingen (droge mond, hoofdpijn, buikpijn) om de verwachte anticholinergische bijwerkingen gerelateerd aan het gebruik van oxybutynine te beoordelen. • Lokale effecten (irritatie) om de lokale tolerantie van de MedRing in combinatie met vaginale levering van oxybutynine te beoordelen. • Lichamelijk onderzoek (vitale functies en bij speculumonderzoek als algemeen veiligheidseindpunt. |
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
CYcle 3 and 4 |
Cycle 3 and 4 |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | No |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | No |
E.6.4 | Safety | Yes |
E.6.5 | Efficacy | No |
E.6.6 | Pharmacokinetic | Yes |
E.6.7 | Pharmacodynamic | Yes |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | No |
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | Yes |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | No |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | No |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | No |
E.8.1.1 | Randomised | No |
E.8.1.2 | Open | Yes |
E.8.1.3 | Single blind | No |
E.8.1.4 | Double blind | No |
E.8.1.5 | Parallel group | No |
E.8.1.6 | Cross over | No |
E.8.1.7 | Other | No |
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | No |
E.8.2.2 | Placebo | No |
E.8.2.3 | Other | No |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| Yes |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | No |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | No |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | No |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | No |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | 1 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | 0 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | 0 |