E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
Rheumatoid arthritis or psoriatic arthritis according to respectively 2010 criteria or CASPAR criteria |
Reumatoïde artritis of artritis psoriatica volgens respectivelijk de 2010 classificatie criteria danwel de CASPAR criteria |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
(Symmetrical) joint inflammation with or without auto-antibodies (i.e. rheumatoid factor and/or anti-citrullinated protein antibodies) or psoriasis |
(Symmetrische) gewrichtsontstekingen aan meerdere gewrichten met of zonder auto-antistoffen (reumafactor en/of anti-CCP) of psoriasis |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Diseases [C] - Immune System Diseases [C20] |
MedDRA Classification |
E.1.2 Medical condition or disease under investigation |
E.1.2 | Version | 23.1 |
E.1.2 | Level | PT |
E.1.2 | Classification code | 10039073 |
E.1.2 | Term | Rheumatoid arthritis |
E.1.2 | System Organ Class | 10028395 - Musculoskeletal and connective tissue disorders |
|
E.1.2 Medical condition or disease under investigation |
E.1.2 | Version | 21.0 |
E.1.2 | Level | LLT |
E.1.2 | Classification code | 10037160 |
E.1.2 | Term | Psoriatic arthritis |
E.1.2 | System Organ Class | 10028395 - Musculoskeletal and connective tissue disorders |
|
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | No |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
The primary outcome is the difference in self-reported disease activity, measured with the Routine Assessment of Patient Index Data 3 (RAPID-3), between morning and evening dosing of tofacitinib XR after 3 months of treatment. |
De primaire uitkomstmaat is het verschil in de zelfgerapporteerde ziekteactiviteit, gemeten met de Routine Assessment of Patient Index Data 3 (RAPID-3), tussen ochtend- en avonddosering tofacitinib XR na 3 maanden behandeling. |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
Secondary endpoints are: (self-reported) disease activity (states); morning stiffness; general health; fatigue; pain; sleep; functional ability; quality of life; worker productivity; treatment satisfaction; and compliance. In addition, we will investigate whether the expression of circadian clock genes and microbiota composition change over time and whether these changes correlate with treatment response. |
Secundaire uitkomstmaten zijn: (zelfgerapporteerde) ziekte-activiteit (stadia); ochtendstijfheid; algemene gezondheid; vermoeidheid; pijn; slaap; functionaliteit; kwaliteit van leven; productiviteit; behandeltevredenheid en compliantie. Daarnaast zullen we onderzoeken of de expressie van klokgenen en de samenstelling van de darmflora verandert over de tijd en/of deze verandering geassocieerd is met de behandelrespons. |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
In order to be eligible to participate in this study, a subject must meet all of the following criteria: - RA or PsA, , according to respectively the ACR/EULAR 2010 criteria for RA and CASPAR criteria - Active disease, respectively defined as a DAS>2.4 or DAPSA>14 - Age ≥18 years |
- Reumatoïde artritis of artritis psoriatica volgens respectivelijk de 2010 classificatie criteria danwel de CASPAR criteria - Actieve ziekte, gedefinieerd als DAS>2.4 of DAPSA>14 - Leeftijd ≥18 jaar |
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
- Current or previous treatment of arthritis with tsDMARD(s) - Prednisone (or equivalent) usage at a dose of >7.5mg - Work in shifts - (Relative) contraindications for study medication: a. Evidence of ongoing infectious or malignant process obtained within 3 months prior to screening and evaluated by a qualified health care professional. b. Pregnant or nursing (lactating) women. c. Female participants of child bearing potential and male participants whose partner is of child bearing potential who are not willing to ensure that they or their partner use effective contraception during the trial and for 3 months thereafter as in standard practice. d. History of clinically significant liver disease or liver injury as indicated by abnormal liver function tests (LFT) such as aspartate aminotransferase/serum glutamic oxaloacetic transaminase (AST/SGOT), alanine aminotransferase/ serum glutamic pyruvic transaminase (ALT/SGPT), alkaline phosphatase, or serum bilirubin. The Investigator should be guided by the following criteria: Any single parameter may not exceed 2 x upper limit of normal (ULN). A single parameter elevated up to and including 2 x ULN should be re-checked once more as soon as possible, and in all cases, at least prior to enrolment/randomization, to rule out laboratory error. e. History of renal trauma, glomerulonephritis, or subjects with one kidney only, or a glomerular filtration rate (GFR) < 30 ml/min. f. Other underlying metabolic, hematologic, renal, hepatic, pulmonary, neurologic, endocrine, cardiac, infectious or gastrointestinal conditions which in the opinion of the Investigator immunocompromises the patient and/or places the patient at unacceptable risk for participation in an immunomodulatory therapy. g. Use of powerful CYP3A4 inhibitors (e.g. ketoconazole, fluconazole, tacrolimus and ciclosporin) - Unable to understand, speak and write in Dutch. |
- Huidige of eerder behandeling met tsDMARDs - Prednison (of equivalenten) in een dosering >7.5mg - Werkt in ploegendiensten - (Relatieve) contra-indicatie(s) voor de studiemedicatie: a. Aangetoonde infectieuze of maligne aandoening(en) verworven binnen 3 maanden voorafgaand aan screening en vastgesteld door een gecertificeerd clinicus. b. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. c. Vrouwen bij wie conceptie mogelijk is of mannen wiens partner fysiologisch in staat is zwanger te worden, die niet de garantie kunnen geven dat zij of hun partner een effectief anticonceptiemiddel gebruikt gedurende het onderzoek en de 3 maanden na het beëindigen van het onderzoek, zoals ook gebeurd in de dagelijkse praktijk. d. Een medische voorgeschiedenis van klinisch significante leverziekte of leverschade aangeduid door abnormale leverfunctie bepalingen, zoals ASAT, ALAT, AF of serum bilirubine. De onderzoeker hoort hierbij de volgende criteria in acht te nemen: Elke individuele parameter mag niet 2x de upper limit of normal (ULN) overstijgen. Een individuele parameter die tot en met 2xULN bedraagt moet z.s.m. opnieuw worden bepaald en in elk geval alvorens de patiënt wordt geïncludeerd/gerandomiseerd, ter voorkoming van fouten in het lab. e. Een medische voorgeschiedenis van renaal trauma, glomerulonefritis of proefpersonen met 1 nier of hen die een glomerulaire filtratie snelheid (GFR) hebben van < 30 ml/min. f. Overige onderliggende metabolische, hematologische, renale, hepatische, pulmonale, neurologische, endocriene, cardiale, infectieuze of gastro-intestinale aandoeningen die volgens de onderzoeker het immuunsysteem compromitteren en/of voor de patiënt een onacceptabel risico vormen voor immunomodulerende therapie. g. Gebruik van krachtige CYP3A4 remmers (bv. ketoconazol, fluconazol, tacrolimus en ciclosporine) - Slechte beheersing van de Nederlandse taal.
|
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
The primary outcome is the difference in self-reported disease activity, measured with the Routine Assessment of Patient Index Data 3 (RAPID-3), between morning and evening dosing of tofacitinib XR after 3 months of treatment. |
De primaire uitkomstmaat is het verschil in de zelfgerapporteerde ziekteactiviteit, gemeten met de Routine Assessment of Patient Index Data 3 (RAPID-3), tussen ochtend- en avonddosering tofacitinib XR na 3 maanden behandeling. |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
Patients will be assessed at baseline and after 1, 3 and 6 months of treatment. At each visit patients will fill out online questionnaires and are seen by the research nurse, who calculates the DAS or DAPSA depending on the diagnosis. |
Patiënten worden bij randomisatie en na 1,3 en 6 maanden beoordeeld door een onderzoeksverpleegkundige, die afhankelijk van de diagose de DAS of DAPSA berekent. Naast de bezoekmomenten vullen patiënten ook online vragenlijsten in. |
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
Secondary endpoints are: (self-reported) disease activity (states); morning stiffness; general health; fatigue; pain; sleep; functional ability; quality of life; worker productivity; treatment satisfaction; and compliance. In addition, we will investigate whether the expression of circadian clock genes and microbiota composition change over time and whether these changes correlate with treatment response. |
Secundaire uitkomstmaten zijn: (zelfgerapporteerde) ziekte-activiteit (stadia); ochtendstijfheid; algemene gezondheid; vermoeidheid; pijn; slaap; functionaliteit; kwaliteit van leven; productiviteit; behandeltevredenheid en compliantie. Daarnaast zullen we onderzoeken of de expressie van klokgenen en de samenstelling van de darmflora verandert over de tijd en/of deze verandering geassocieerd is met de behandelrespons. |
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
Patients will be assessed at baseline and after 1, 3 and 6 months of treatment. At each visit patients will fill out online questionnaires and are seen by the research nurse, who calculates the DAS or DAPSA depending on the diagnosis. Additional blood and faecal samples will be taken at baseline (T0), 1 month (T1, only blood), 3 months (T3) and 6 months (T6). Finally, patients will wear an actigraph unit, a wristwatch-like package, on the wrist 2-times for 2 weeks at home. The actigraph will be picked up by the patient in the hospital 2 weeks prior to the visit. |
We hebben geprobeerd om het onderzoek zoveel mogelijk een afspiegeling te laten zijn van de dagelijkse praktijk. Patiënten worden bij randomisatie en na 1,3 en 6 maanden beoordeeld door een onderzoeksverpleegkundige, waarna ze hun eigen reumatoloog zien. Naast de bezoekmomenten vullen patiënten online vragenlijsten in. Tevens wordt op alle meetmomenten extra bloed en ontlasting (alleen niet na 1 maand) voor het onderzoek afgenomen. De bloedafnames zullen zoveel mogelijk aan de reguliere polikliniekbezoeken worden gekoppeld, maar het kan hiervan afwijken. Als laatste zullen de patiënten tweemaal gedurende 2 weken een actigraph, een speciale horloge, dragen die zij wel in het ziekenhuizen moeten ophalen. |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | No |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | Yes |
E.6.4 | Safety | Yes |
E.6.5 | Efficacy | Yes |
E.6.6 | Pharmacokinetic | No |
E.6.7 | Pharmacodynamic | No |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | No |
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | No |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | No |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | Yes |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | Yes |
E.8.1.1 | Randomised | Yes |
E.8.1.2 | Open | Yes |
E.8.1.3 | Single blind | No |
E.8.1.4 | Double blind | No |
E.8.1.5 | Parallel group | No |
E.8.1.6 | Cross over | No |
E.8.1.7 | Other | No |
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | Yes |
E.8.2.2 | Placebo | No |
E.8.2.3 | Other | No |
E.8.2.4 | Number of treatment arms in the trial | 2 |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| No |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | Yes |
E.8.4.1 | Number of sites anticipated in Member State concerned | 2 |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | No |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | No |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | No |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
The date of the last visit of the last subject to complete the entire follow-up of the trial, or the date of the last data point from the last subject that is required for primary, secondary and/or exploratory analysis, as prespecified in the protocol, whichever is the later date. |
De datum van het laatste bezoek van de laatste proefpersoon die de volledige follow-up van de studie heeft voltooid, of de datum van de laatste dataverzameling van de laatste proefpersoon die nodig is voor de primaire, secundaire en/of overige analysis, zoals geprespecificeerd in het protocol, afhankelijk van welke van de 2 de laatste datum is. |
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | 3 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | 6 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | |