E.1 Medical condition or disease under investigation |
E.1.1 | Medical condition(s) being investigated |
Idiopathic Pulmonary Arterial Hypertension |
Idiopathische pulmonale arteriële hypertensie |
|
E.1.1.1 | Medical condition in easily understood language |
increased pulmonary artery pressure of unknown cause |
verhoogde druk van de longslagader met onbekende oorzaak |
|
E.1.1.2 | Therapeutic area | Diseases [C] - Cardiovascular Diseases [C14] |
MedDRA Classification |
E.1.2 Medical condition or disease under investigation |
E.1.2 | Version | 20.0 |
E.1.2 | Level | LLT |
E.1.2 | Classification code | 10077731 |
E.1.2 | Term | Pulmonary hypertension WHO functional class I |
E.1.2 | System Organ Class | 100000004855 |
|
E.1.3 | Condition being studied is a rare disease | Yes |
E.2 Objective of the trial |
E.2.1 | Main objective of the trial |
The aim of the study is to determine whether conducting a randomized placebo-controlled clinical trial is feasible, safe for the patient and whether the treatment is well tolerated in patients with idiopathic pulmonary arterial hypertension. |
Het doel van het onderzoek is om te achterhalen of het uitvoeren van een gerandomiseerde placebo gecontroleerde klinische studie haalbaar, veilig is voor de patiënt en of de behandeling goed verdragen wordt door patienten met idiopathische pulmonale arteriële hypertensie |
|
E.2.2 | Secondary objectives of the trial |
Secondary objectives include change over time (from baseline to end of study follow up) of:
• Right heart function measured using MRI • Right heart function measured using transthoracic ultrasound. • Blood safety biomarkers. • Urine biomarkers. • Functional class. • Six-Minute Walk Distance. • Quality of life. |
• Rechterhartfunctie gemeten met MRI: • Rechterhartfunctie gemeten met transthoracale echografie. • Bloedbiomarkers. • Biomarkers voor bloedveiligheid. • Urine-biomarkers. • Functionele klasse. • Zes minuten loopafstand. • Kwaliteit van het leven. |
|
E.2.3 | Trial contains a sub-study | No |
E.3 | Principal inclusion criteria |
1. Age ≥ 18 years 2. Diagnosis of idiopathic PAH 3. Documented diagnostic right heart catheterization (RHC) at any time prior to screening confirming diagnosis of WHO diagnostic pulmonary hypertension Group I: PAH with subtype idiopathic PAH. The documented RHC shows all of the following criteria: a. mPAP > 20 mmHg at rest b. Pulmonary artery wedge pressure (PAWP) or left ventricular end-diastolic pressure (LVEDP) ≤ 15 mmHg at rest c. PVR ≥ 240 dyn·sec/cm5 (3 Wood units) at rest 4. Symptomatic pulmonary hypertension classified as World Health Organization (WHO) functional class (FC) II, III or IV 5. PAH therapy is at stable (per investigator) dose levels of standard of care (SoC) therapies for at least 90 days prior screening. SoC therapy refers to a therapy consisting of at least 1 agent from a list including: an endothelin-receptor antagonist (ERA), a phosphodiesterase 5 (PDE5) inhibitor, a soluble guanylate cyclase stimulator, and/or a prostacyclin analogue or receptor agonist (SC/inhaled/PO). |
1. Leeftijd: ≥ 18 jaar 2. Diagnose van idiopathische PAH 3. Gedocumenteerde diagnostische rechterhartkatheterisatie (RHC) op elk moment voorafgaand aan screening ter bevestiging van de diagnose van WHO diagnostische pulmonale hypertensie Groep I: PAH met subtype idiopathische PAH. De gedocumenteerde RHC toont alle volgende criteria: a. mPAP > 20 mmHg in rust b. Pulmonale arterie wiggedruk (PAWP) of linkerventrikel einddiastolische druk (LVEDP) ≤ 15 mmHg in rust c. PVR ≥ 240 dyn sec/cm5 (3 WU) in rust 4. Symptomatische pulmonale hypertensie geclassificeerd als World Health Organization (WHO) functionele klasse (FC) II, III of IV 5. PAH-therapie is op stabiele (per onderzoeker) dosisniveaus van standaardzorg gedurende ten minste 90 dagen voorafgaand aan screening. SoC-therapie verwijst naar een therapie die bestaat uit ten minste één middel uit de: een endothelinereceptorantagonist (ERA), een fosfodiësterase 5 (PDE5)-remmer, een oplosbare guanylaatcyclasestimulator en/of een prostacycline-analoog of -receptoragonist ( SC/geïnhaleerd/PO). |
|
E.4 | Principal exclusion criteria |
1. Any subject who received any investigational medication within 1 month prior to the start of this study or who is scheduled to receive another investigational drug during the course of this study. Patients participating in a purely observational trial will not be excluded 2. Females of childbearing potential, defined as a sexually mature woman who: 1) has not undergone a hysterectomy or bilateral oophorectomy or 2) has not been naturally postmenopausal (amenorrhea following cancer therapy does not rule out childbearing potential) for at least 24 consecutive months (i.e., has had menses at any time in the preceding 24 months), unable or unwillingly to either: a. Use highly effective methods of birth control according to the International Conference on harmonisation of pharmaceuticals for human use (ICH) that result in a low failure rate of less than 1% per year when used consistently and correctly 43. Highly effective methods include hormonal contraception (for example, birth control pills, injection, implant, transdermal patch, vaginal ring); intrauterine device (IUD); tubal ligation (having your tubes tied); or a partner with a vasectomy who has completed follow-up to confirm a successful procedure b. Have a negative pregnancy tests as verified by the investigator prior to starting study therapy and agrees to have an extra pregnancy test 8 weeks after start of the study 3. Contraindication for CMR imaging as defined in the protocol of the Amsterdam UMC “Kwaliteitsdocument Cardiale MRI (Versie 1)”. The list of contra-indications includes: claustrophobia, ferromagnetic implants, implanted cardioverter defibrillator (ICD) or pacemaker (except for the MR conditional) and ball-in-cage mechanic heart valve. 4. Impaired renal function, defined as eGFR < 30 mL/min/1.73 m2 (CKD-EPI) or requiring dialysis 5. History of chronic severe (Child Pugh classification score >10, Appendix 1) or active liver disease defined as serums transaminases >5 x upper limit of normal (ULN) or bilirubin > 1.5 x ULN 6. History of ketoacidosis 7. Known allergy, intolerance or hypersensitivity to empagliflozin or other SGLT-2 inhibitors 8. Use of lithium compounds and being unable or unwillingly to increase the monitoring frequency of lithium levels 9. Current or scheduled use of the following Uridine glucuronosyltransferase (UGT) inducers: phenytoin, rifampicin, carbamazepine, lamotrigine, ritonavir, efavirenz, tipranavir, phenobarbital, testosterone propionate and nelfinavir. 10. Current or prior use of a SGLT-2 inhibitor 11. Heart transplant recipient or listed for heart transplant 12. Chronic pulmonary disease requiring home oxygen or steroid maintenance therapy 13. Symptomatic hypotension and/or a systolic blood pressure (SBP) < 90 mmHg at screening 14. Gastrointestinal (GI) surgery or GI disorder that could interfere with absorption of trial medication in the investigator’s opinion 15. Presence of any other disease than pulmonary arterial hypertension with a life expectancy of <1 year in the investigator’s opinion 16. Women who are pregnant, nursing, or who plan to become pregnant while in the trial 17. History of severe (previously required or prolonged patient hospitalization, resulted in persistent or marked disability/incapacity) or recurrent (≥2 infections in six months or ≥3 infections in one year) genital infections. 18. History of severe hypoglycaemia (<40 - 30 mg/dL = <2.2 - 1.7 mmol/L), previous hospitalisation for hypoglycaemia or seizures attributed to hypoglycaemia 19. Active solid or haematological malignancy, with the exception of fully excised or treated basal cell carcinoma, cervical carcinoma in-situ, or ≤ 2 squamous cell carcinomas of the skin 20. History or suspicion of inability to cooperate adequately 21. Any condition that, in the investigator’s opinion, makes them an unreliable trial subject or unlikely to complete the trial |
1. Elke proefpersoon die binnen 1 maand voorafgaand aan de start van dit onderzoek enige onderzoeksmedicatie heeft gekregen of voor wie in de loop van dit onderzoek een ander onderzoeksgeneesmiddel is gepland. Patiënten die deelnemen aan een puur observationele studie worden niet uitgesloten 2. Vrouwen die zwanger kunnen worden, gedefinieerd als een vruchtbare vrouw die: 1) geen hysterectomie of bilaterale ovariëctomie heeft ondergaan of 2) niet van nature postmenopauzaal is geweest (amenorroe na kankertherapie sluit de mogelijkheid om zwanger te worden niet uit) gedurende ten minste 24 opeenvolgende maanden (d.w.z. heeft op enig moment in de voorgaande 24 maanden een menstruatie gehad), niet in staat of onwillig om: a. Gebruik te maken zeer effectieve anticonceptiemethoden volgens de Internationale Conferentie over de harmonisatie van geneesmiddelen voor menselijk gebruik (ICH), die resulteren in een laag percentage mislukkingen van minder dan 1% per jaar bij consequent en correct gebruik 43. Zeer effectieve methoden zijn onder meer hormonale anticonceptie ( bijvoorbeeld anticonceptiepillen, injectie, implantaat, transdermale pleister, vaginale ring); spiraaltje (IUD); afbinden van de eileiders (met de tubae vastgebonden); of een partner die een vasectomie inclusief follow-up heeft voltooid om een succesvolle procedure te bevestigen. b. Een negatieve zwangerschapstest hebben, zoals geverifieerd door de onderzoeker voordat de onderzoekstherapie wordt gestart en akkoord gaan met een extra zwangerschapstest 8 weken na de start van de studie 3. Contra-indicatie voor MRI-beeldvorming zoals gedefinieerd in het protocol van het Amsterdam UMC “Kwaliteitsdocument Cardiale MRI (Versie 1)”. De lijst met contra-indicaties omvat: claustrofobie, ferromagnetische implantaten, geïmplanteerde cardioverter defibrillator (ICD) of pacemaker (behalve de MR-conditional) en mechanische bal-in-kooi hartklep. 4. Verminderde nierfunctie, gedefinieerd als eGFR < 30 ml/min/1,73 m2 (CKD-EPI) of dialyse afhankelijk nierfalen 5. Geschiedenis van chronisch ernstige (Child Pugh classificatiescore >10, bijlage 1) of actieve leverziekte gedefinieerd als serumtransaminasen >5 x bovengrens van normaal (ULN) of bilirubine > 1,5 x ULN 6. Geschiedenis van ketoacidose 7. Bekende allergie, intolerantie of overgevoeligheid voor empagliflozine of andere SGLT-2-remmers 8. Gebruik van lithiumverbindingen en het niet kunnen of willen verhogen van de monitoringfrequentie van lithiumspiegels 9. Huidig of gepland gebruik van de volgende uridineglucuronosyltransferase (UGT)-inductoren: fenytoïne, rifampicine, carbamazepine, lamotrigine, ritonavir, efavirenz, tipranavir, fenobarbital, testosteronpropionaat en nelfinavir. 10. Huidig of eerder gebruik van een SGLT-2-remmer 11. Ontvanger van een harttransplantatie of aangemeld voor harttransplantatie 12. Chronische longziekte die thuiszuurstof of onderhoudstherapie met steroïden vereist 13. Symptomatische hypotensie en/of een systolische bloeddruk (SBP) < 90 mmHg bij screening 14. Gastro-intestinale (GI) chirurgie of GI-stoornis die volgens de onderzoeker de absorptie van onderzoeksmedicatie zou kunnen verstoren 15. Aanwezigheid van een andere ziekte dan pulmonale arteriële hypertensie met een levensverwachting van <1 jaar naar het oordeel van de onderzoeker 16. Vrouwen die zwanger zijn, borstvoeding geven of van plan zijn zwanger te worden tijdens het onderzoek 17. Geschiedenis van ernstige (eerder vereiste of langdurige ziekenhuisopname van de patiënt, resulteerde in aanhoudende of duidelijke invaliditeit/ongeschiktheid) of terugkerende (≥2 infecties in zes maanden of ≥3 infecties in één jaar) genitale infecties. 18. Voorgeschiedenis van ernstige hypoglykemie (<40 - 30 mg/dL = <2,2 - 1,7 mmol/L), eerdere ziekenhuisopname voor hypoglykemie of toevallen toegeschreven aan hypoglykemie 19. Actieve vaste of hematologische maligniteit, met uitzondering van volledig uitgesneden of behandeld basaalcelcarcinoom, in-situ baarmoederhalscarcinoom of ≤ 2 plaveiselcelcarcinomen van de huid 20. Geschiedenis of vermoeden van onvermogen om adequaat mee te werken 21. Elke voorwaarde die, naar de mening van de onderzoeker, van hen een onbetrouwbare proefpersoon maakt of het onwaarschijnlijk maakt dat ze de proef zullen voltooien |
|
E.5 End points |
E.5.1 | Primary end point(s) |
The main study objectives and endpoints of this trial are to determine during a follow up of 12 weeks: • Tolerability. Endpoints: the number of patients who have to prematurely discontinue treatment due to intolerability or adverse events. • Feasibility: Endpoints: time needed to include all patients and number of patients needed to screen. • Safety. Endpoints: the number of adverse events (AEs), severe adverse events (SAEs), adverse event of special interest (AESI) and suspected unexpected serious adverse reactions (SUSARs). |
• Veiligheid: het aantal bijwerkingen (AE's), ernstige bijwerkingen (SAE's) en vermoedelijke onverwachte ernstige bijwerkingen (SUSAR's) tussen de eerste toediening van het geneesmiddel en 12 weken follow-up • Verdraagbaarheid: het aantal patiënten dat de studie voltooit zonder stopzetting van IMP • Haalbaarheid: Tijd die nodig is om alle patiënten op te nemen en het aantal patiënten dat nodig is om te screenen. |
|
E.5.1.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
Tolerability and safety: from first drug administration to 12 weeks follow up Feasibility: From the start of screening to the last signed informed consent form
|
Verdraagbaarheid en veiligheid: van eerste medicijntoediening tot 12 weken follow-up Haalbaarheid: vanaf het begin van de screening tot het laatst ondertekende formulier voor geïnformeerde toestemming |
|
E.5.2 | Secondary end point(s) |
• Right heart function measured using MRI: Endpoints: RVESVi, RVEDVi, RVEF, RV mass, LVSVi, LVEDVi, stroke volume and LVEF. Timepoints: baseline and week 12. • Right heart function measured using transthoracic ultrasound. Endpoints: Pulmonary artery acceleration time, early diastolic pulmonary regurgitation velocity, right ventricle fractional area change (RVFAC), right atrial area, S wave velocity, tricuspid annular plane systolic excursion (TAPSE), peak tricuspid valve regurgitation velocity (TRV) at rest, inferior cava diameter, estimated sPAP, estimated mPAP. Timepoints: baseline and week 12. • Blood biomarkers. Endpoints: Peroxisome proliferator-activated receptor gamma coactivator 1-alpha (PGC-1α) and bone morphogenetic protein receptor II (BMPR2) in peripheral blood mononuclear cells (PMBC) and Glycated hemoglobin (HbA1c). Timepoints: baseline and week 12. • Blood and urine safety biomarkers. Endpoints: Fasting glucose, N-terminal prohormone of Brain Natriuretic Peptide (NT-proBNP) and creatinine in blood. Ketones, nitrites, leukocytes and glucose in urine test strip (dipstick). Timepoints: baseline, week 2, 6 and 12. • Functional class. Endpoint: World Health Organization Function Classification of Pulmonary Hypertension. Timepoints: baseline, week 2, 6 and 12. • Six-Minute Walk Distance. Endpoint: 6MWD. Timepoints: baseline and week 12. • Quality of life. Endpoint: EMPHASIS-10 and CAMPHOR questionnaires score. Timepoints: baseline and week 12. |
• Rechterhartfunctie gemeten met MRI: Eindpunten: Eindpunten: VESVi, RVEDVi, RVEF, RV mass, LVSVi, LVEDVi, stroke volume and LVEF. Tijdspunten: baseline en week 12. • Rechterhartfunctie gemeten met transthoracale echografie. Eindpunten: Pulmonary artery acceleration time, early diastolic pulmonary regurgitation velocity, right ventricle fractional area change (RVFAC), right atrial area, S wave velocity, tricuspid annular plane systolic excursion (TAPSE), peak tricuspid valve regurgitation velocity (TRV) at rest, inferior cava diameter, estimated sPAP, estimated mPAP. Tijdspunten: baseline en week 12. • Bloedbiomarkers. Eindpunten: Peroxisoom-proliferator-geactiveerde receptor gamma-co-activator 1-alfa (PGC-1α) en botmorfogenetische eiwitreceptor II (BMPR2) in perifere mononucleaire bloedcellen (PMBC) en geglyceerd hemoglobine (HbA1c). Tijdspunten: baseline en week 12. • Biomarkers in bloed en urine voor veiligheid. Eindpunten: Nuchter glucose, N-terminaal prohormoon van Brain Natriuretic Peptide (NT-proBNP) en geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR). Ketonen, nitrieten, leukocyten en glucose in urine dipstick. Tijdspunten: baseline, week 2, 6 en 12. • Functionele klasse. Eindpunt: WHO functionele klasse voor pulmonale hypertensie. Tijdspunten: baseline, week 2, 6 en 12. • Zes minuten loopafstand. Eindpunt: 6MWD. Tijdspunten: baseline en week 12. • Kwaliteit van het leven. Eindpunt: EMPHASIS-10 en CAMPHOR-vragenlijsten score. Tijdspunten: baseline en week 12. |
|
E.5.2.1 | Timepoint(s) of evaluation of this end point |
|
E.6 and E.7 Scope of the trial |
E.6 | Scope of the trial |
E.6.1 | Diagnosis | No |
E.6.2 | Prophylaxis | No |
E.6.3 | Therapy | Yes |
E.6.4 | Safety | Yes |
E.6.5 | Efficacy | Yes |
E.6.6 | Pharmacokinetic | No |
E.6.7 | Pharmacodynamic | No |
E.6.8 | Bioequivalence | No |
E.6.9 | Dose response | No |
E.6.10 | Pharmacogenetic | No |
E.6.11 | Pharmacogenomic | No |
E.6.12 | Pharmacoeconomic | No |
E.6.13 | Others | Yes |
E.6.13.1 | Other scope of the trial description |
Feasibility of a larger randomized clinical trial |
Haalbaarheid van een grotere gerandomiseerde klinische studie |
|
E.7 | Trial type and phase |
E.7.1 | Human pharmacology (Phase I) | No |
E.7.1.1 | First administration to humans | No |
E.7.1.2 | Bioequivalence study | No |
E.7.1.3 | Other | No |
E.7.1.3.1 | Other trial type description | |
E.7.2 | Therapeutic exploratory (Phase II) | Yes |
E.7.3 | Therapeutic confirmatory (Phase III) | No |
E.7.4 | Therapeutic use (Phase IV) | No |
E.8 Design of the trial |
E.8.1 | Controlled | No |
E.8.1.1 | Randomised | No |
E.8.1.2 | Open | Yes |
E.8.1.3 | Single blind | No |
E.8.1.4 | Double blind | No |
E.8.1.5 | Parallel group | No |
E.8.1.6 | Cross over | No |
E.8.1.7 | Other | No |
E.8.2 | Comparator of controlled trial |
E.8.2.1 | Other medicinal product(s) | No |
E.8.2.2 | Placebo | No |
E.8.2.3 | Other | No |
E.8.2.4 | Number of treatment arms in the trial | 1 |
E.8.3 |
The trial involves single site in the Member State concerned
| Yes |
E.8.4 | The trial involves multiple sites in the Member State concerned | No |
E.8.5 | The trial involves multiple Member States | No |
E.8.6 Trial involving sites outside the EEA |
E.8.6.1 | Trial being conducted both within and outside the EEA | No |
E.8.6.2 | Trial being conducted completely outside of the EEA | No |
E.8.7 | Trial has a data monitoring committee | Yes |
E.8.8 |
Definition of the end of the trial and justification where it is not the last
visit of the last subject undergoing the trial
|
Week 12 (or end of treatment) + 4 weeks of follow up |
Week 12 (of einde behandeling) + 4 weken follow-up |
|
E.8.9 Initial estimate of the duration of the trial |
E.8.9.1 | In the Member State concerned years | 1 |
E.8.9.1 | In the Member State concerned months | |
E.8.9.1 | In the Member State concerned days | |
E.8.9.2 | In all countries concerned by the trial years | 1 |